WOZL gebruikt ambassadeurs en goede signalering in de strijd tegen laaggeletterdheid
WOZL gebruikt ambassadeurs en goede signalering in de strijd tegen laaggeletterdheid
Met onder andere taalambassadeurs, cursussen en samenwerkingsverbanden, probeert Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid-Limburg (WOZL) medewerkers te helpen bij het lezen en schrijven.
‘Het helpt enorm als leidinggevenden weten op welke signalen van laaggeletterdheid ze moeten letten.’
Fred Dijk, bestuurssecretaris van WOZL en het daaraan gelieerde WSP Parkstad, heeft bewondering voor de manier waarop sommige medewerkers hun taalachterstand weten te verbloemen. ‘Als ze iets moeten lezen zijn ze bijvoorbeeld net hun leesbril vergeten. ‘Lees het maar even voor’, zeggen ze dan. Of ‘Geef maar mee. Dan lees ik het vanavond thuis wel.’ Sommigen zijn daar heel slim in geworden. Leidinggevenden en consulenten moeten daarom alert zijn op dit soort situaties. Komt het vaak voor, dan wordt het tijd voor een laagdrempelig gesprek over hun lees- en schrijfvaardigheden.’
Het bespreekbaar maken is een van de manieren waarop WOZL laaggeletterdheid probeert aan te pakken. ‘In overleggen met teamleiders, werkmeesters en P&O’ers besteden we regelmatig aandacht aan het signaleren en bespreekbaar maken van laaggeletterdheid’, zegt Dijk. ‘Soms gebruiken we daarvoor filmpjes van het Taalakkoord.’ WOZL sloot zich twee jaar geleden aan bij het Taalakkoord. Bij de Limburgse organisatie zijn het vooral autochtone medewerkers die hun taalachterstand lang verborgen hebben weten te houden. ‘Vaak heeft dat te maken met het zware dialect dat mensen spreken’, aldus Dijk. ‘Daardoor is hun Nederlands minder goed ontwikkeld.’
Taaltraining en e-learning
Wanneer werknemers of cliënten in een gesprek aangeven dat hun taalvaardigheid voor verbetering vatbaar is, biedt WOZL hen een cursus aan, die zich naast taal ook richt op rekenen en computervaardigheid. Dijk: ‘Wij merken dat taal, rekenen en computervaardigheid nauw met elkaar verbonden zijn. De cursussen geven we in ons eigen Open Leerplein, al dan niet in samenwerking met het ROC. Ook kunnen medewerkers ervoor kiezen de cursus op het ROC te volgen. Soms willen mensen namelijk niet dat collega’s er achter komen dat ze een taalcursus volgen.’
De taal- en rekencursussen bij WOZL zijn trajecten van zo’n twee tot drie uur per week, die soms een jaar duren. ‘We bouwen het rustig op, aangepast op de kennis van de betreffende persoon’, zegt Dijk. ‘Het zijn best intensieve trajecten.’ De medewerkers op beschutte werkplekken volgen de cursus op het Open Leercentrum van WOZL, waar altijd een begeleider aanwezig is. De deelnemers gebruiken veel e-learning, waaronder modules uit de WERK-portal.nl. Door woorden te herkennen bij afbeeldingen en korte zinnen samen te stellen, bouwen ze hun taalvaardigheid langzaam op. Gedetacheerde medewerkers en cliënten kunnen meestal eens in de week op hun werkplek aan de slag met e-learning. Een begeleider kijkt dan via het volgsysteem mee naar hun voortgang.
Taalambassadeurs
Om taalvaardigheid bespreekbaar te maken zet WOZL taalambassadeurs in. Dat zijn medewerkers die zelf lange tijd een taalachterstand hebben gehad en daar met succes wat aan hebben gedaan. ‘Vaak zijn ze schoorvoetend met een cursus aan de slag gegaan’, zegt Dijk. ‘Inmiddels zijn ze zo enthousiast over het feit dat ze kunnen lezen en schrijven, dat ze dat graag met collega’s willen delen. ‘Het heeft mijn leven verrijkt’, heb ik al regelmatig gehoord.’ De taalambassadeurs worden onder andere ingezet op het Open Leercentrum en bij gesprekken tussen teamleiders en laaggeletterde medewerkers. Dijk: ‘Dat zijn niet altijd gemakkelijke gesprekken. Dan helpt het als er een taalambassadeur bij zit. Dat is een collega. Die vertrouwen ze.’
Naast de cursussen zet WOZL ook in op samenwerking, met name met het Bondgenootschap tegen Laaggeletterdheid Parkstad. Daarin werken gemeenten, het UWV werkbedrijf, de kredietbank, welzijnsinstellingen, peuterspeelzalen, GGD, thuiszorg en verschillende werkgevers uit de regio Parkstad samen om laaggeletterdheid aan te pakken. Elke twee maanden komt het Bondgenootschap bij elkaar om ervaringen uit te wisselen, nieuwe ontwikkelingen te delen en gezamenlijk activiteiten te ontwikkelen. ‘Hoe meer aandacht er voor deze problematiek is, hoe meer je mensen helpt om het te herkennen’, zegt Dijk. ‘Vaak wordt laaggeletterdheid ad-hoc ontdekt, doordat iemand heeft geleerd hoe hij de signalen bij een ander herkent.’
Als voorbeeld noemt hij een werkleider die jarenlang geen enkele moeite leek te hebben met het schrijven van beoordelingsrapporten over zijn medewerkers. Achteraf bleek zijn vriendin deze rapporten voor hem te maken. ‘Tot er ineens een spoedopdracht kwam en hij nog dezelfde werkdag een rapport moest opleveren. Dat was natuurlijk een probleem. Zijn collega’s vroegen door en gingen met hem in gesprek, totdat bleek dat hij jarenlang verborgen had dat hij niet kon schrijven. Dat is met onze cursus gelukkig goed gekomen. Maar hadden zijn collega’s de signalen niet herkend, dan had hij nu waarschijnlijk nog steeds niet kunnen schrijven.’
Meer weten over het verbeteren van taalvaardigheid
Meer weten over het verbeteren van taalvaardigheid van werknemers? Bekijk dan al onze hulpmiddelen op taalgebied.