‘Het MTO-SW is echt een kans’

Hoe beleven onze medewerkers hun werkzaamheden? Hoe waarderen ze hun leidinggevende, collega’s en werkomstandigheden? Waar zijn we goed in en waar moeten we ons in verbeteren? Het leer- en ontwikkelbedrijf Pantar zette het medewerkerstevredenheidsonderzoek van SBCM (MTO-SW) in om antwoord te krijgen op deze vragen. ‘We gaan de feedback gebruiken om onze organisatie verder te verbeteren.’

Pantar is het grootste leer- en ontwikkelbedrijf van de regio Amsterdam met 3000 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in dienst. Zij onderhouden het groen in de wijken, bezorgen post, vullen vakken bij supermarkten, doen inpak- en montagewerkzaamheden, verzorgen mailings, maken schoon en repareren fietsen. De afgelopen jaren is er door een reorganisatie veel veranderd binnen het bedrijf. Het werk en de aansturing worden nu anders georganiseerd. Er is een professionelere relatie tussen leidinggevende en werknemer en de ontwikkeling en doorstroom van medewerkers heeft meer aandacht gekregen. Karin Bennis, senior HR-adviseur bij Pantar, vond het dan ook hoog tijd om het MTO-SW in te zetten.

Organisatie verbeteren

Het leer- en ontwikkelbedrijf besloot om het anders aan te pakken dan de vorige keer. ‘We hadden al erg lang geen MTO ingezet en de vorige keer was de follow-up, de aanpak van de resultaten, niet goed uit de verf gekomen. Dit keer hebben we van het begin af aan ons enthousiasme overgedragen op de organisatie. Met als gevolg dat iedereen nieuwsgierig is naar de uitslagen. De leidinggevenden gaan nu echt met de uitkomsten aan de slag. We gaan de feedback gebruiken om onze organisatie te verbeteren,’ zegt Bennis.

Waardering voor leidinggevende

Het resultaat van het MTO-SW is een knappe 7,4. Een mooie verrassing voor Bennis was de waardering voor de leidinggevenden, namelijk een 7,8 en dat terwijl de benchmark een 6,9 is. ‘Dit heeft vooral te maken met de relatie tussen leidinggevende en medewerker. De eerlijke positieve feedback die de medewerkers krijgen, maar ook de feedback gericht op verbetering van gedrag, wordt erg gewaardeerd’. Ook was Bennis blij met de hoge respons. Liefst 63,3 procent van alle medewerkers heeft het MTO-SW ingevuld. ‘We hebben het dan ook uitgebreid onder de aandacht gebracht onder onze medewerkers. Daarnaast hebben we de medewerkers 4 weken de tijd gegeven om te reageren, hebben we invulsessies georganiseerd, zijn we naar de medewerkers toegegaan en hebben we ze goed begeleid.’

Werken aan arbeidsomstandigheden

Pantar scoorde niet op alle vlakken even goed. Zo is er werk aan de winkel wat betreft de arbeidsomstandigheden. Medewerkers zijn minder tevreden over bijvoorbeeld de werkplek en temperatuur. Deze score had Bennis wel zien aankomen. ‘We moeten keuzes maken met de beschikbare middelen en financiën die voor handen zijn. Ook werkt een groot deel van onze medewerkers bij andere bedrijven of buiten. Als het dan slecht of juist heel warm weer is, dan is dat natuurlijk minder prettig. De score, die overigens nog ruim voldoende was, is dan ook wel verklaarbaar, maar dat betekent niet dat we er niets aan kunnen doen.’

Aandacht voor vitaliteit

Met een steeds ouder wordend medewerkersbestand vond Pantar het van groot belang om in het MTO-SW ook aandacht te besteden aan de vitaliteit van de medewerkers. Hoe kan Pantar ervoor zorgen dat de medewerkers zich vitaal voelen en wat zijn verbeterpunten? ‘Het lijkt erop dat we goed gescoord hebben op het gebied van vitaliteit. Het is echter vervelend dat er geen benchmark bestaat. Ik hoop dat andere leerwerkbedrijven ook de vitaliteit onder medewerkers gaan meten. Niet alleen omdat we dan vergelijkingsmateriaal hebben, maar we vinden het vanuit Pantar een ook gewoon belangrijk onderwerp’, aldus Bennis.

Poster met toppunt en verbeterpunt

Om ervoor te zorgen dat de uitkomsten van dit onderzoek niet in de lade verdwijnen, informeren de leidinggevenden hun teams over de uitkomsten. Tijdens deze feestelijke bijeenkomsten kiest ieder team één toppunt en één verbeterpunt. Deze punten worden vastgelegd op een poster. ‘Wij willen het graag kleinschalig houden’, zegt Bennis. ‘Zo blijft het overzichtelijk en haalbaar. De teams moeten natuurlijk wel een punt kiezen waarop ze ook daadwerkelijk invloed hebben. Of ik het MTO-SW nog een keer wil inzetten? Zeker, we hebben het draaiboek al in de kast liggen. Het onderzoek is heel belangrijk om te doen. Het is echt een kans. We hebben nu heel concreet materiaal in handen.’

Meer informatie

Wilt u ook een MTO houden binnen uw organisatie? Lees meer over het MTO-SW.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:

Arjan van der Borst, projectleider
T: 06 20 542 358
E: a.vanderborst@caop.nl

Dit is een activiteit van Cedris en SBCM in het kader van het kennispartnerschap voor sociale werkgelegenheid.