Veel tijdelijke contracten, weinig baanzekerheid en sobere arbeidsvoorwaarden voor werknemers met een beperking

Veel tijdelijke contracten, weinig baanzekerheid en sobere arbeidsvoorwaarden voor werknemers met een beperking

Werknemers met een beperking komen bij werkgever(s) veelal in opeenvolgende tijdelijke contracten van tussen de 12 en 40 uur per week terecht. Zij zijn vanuit de banenafspraak en met een loonkostensubsidie aan de slag gegaan, maar hun baanzekerheid is onduidelijk.

Voor mensen die via publieke detacheringsorganisaties werken en werknemers ‘nieuw beschut werk’ kunnen de arbeidsvoorwaarden soberder zijn dan bij veel reguliere werkgevers. Ook ontbreekt vaak een pensioenregeling. Sinds de invoering van de Participatiewet is er een woud aan dienstverbanden en voorwaarden ontstaan. Dit blijkt uit een verkennend onderzoek ‘Dienstverbanden en arbeidsvoorwaarden doelgroep Participatiewet’ dat in opdracht van SBCM, het A&O-fonds sociale werkgelegenheid, is uitgevoerd door het CAOP en onderzoeker Aukje Smit. Afgelopen week heeft het Sociaal en Cultureel Planbureau naar buiten gebracht dat de werkkansen voor mensen die eerder bij een SW-bedrijf konden werken sinds de Participatiewet zijn afgenomen. Het onderzoek van SBCM geeft inzicht in de praktijk achter de cijfers.

Voorzitter-SBCM Huib van Olden: ‘Mensen die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen, komen vaker maar ook nog te weinig aan regulier werk. En of zij een baan blijven houden, is nog maar de vraag. Vaak werken zij volgens wettelijke normen jarenlang op tijdelijke basis en ontbreken arbeidsvoorwaarden om zich te blijven ontwikkelen, of mist een pensioenregeling. Wat doen tijdelijke contracten en sobere arbeidsvoorwaarden met ieders kansen op de arbeidsmarkt en zelfredzaamheid? Blijvend onderzoek is noodzakelijk om te volgen of deze vaak kwetsbare groep mensen wel aan het werk blijft en zichzelf redt.’

Wensen werknemers


Uit de verkenning blijkt ook dat de werknemers zelf graag een vast contract, meer uren werk en een rechtstreeks dienstverband willen hebben. Ook staan zij positief tegenover het volgen van passende scholing. De medewerkers zijn slecht op de hoogte van de voor hen geldende arbeidsvoorwaarden. Ook voelen zij zich op de werkvloer soms anders behandeld dan hun reguliere collega’s.

Kleine contracten en Wet werk en zekerheid


Vaste dienstverbanden komen nog nauwelijks voor. Een belangrijke verklaring voor de opeenvolgende tijdelijke contracten is dat werkgevers doorgaans gebruikmaken van de ruimte die de Wet werk en zekerheid (Wwz) biedt. Naast kleine tijdelijke contracten zien de onderzoekers dat sommige werkgevers alleen werkervarings- of leerwerkplekken aanbieden. Na die periode stromen medewerkers weer uit. Er zijn ook werkgevers die geen gebruikmaken van lage loonschalen als ondergrens, ook als deze zijn opgenomen in de cao.

Banenafspraak


Volgens de banenafspraak moeten werkgevers in 2026 zo’n 125.000 banen hebben gerealiseerd voor mensen met een arbeidsbeperking die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kunnen verdienen. Veel mensen die met een loonkostensubsidie vanuit de Participatiewet aan de slag gaan, vallen daaronder. Ongeveer zeventig procent van de werknemers die onder de banenafspraak valt, werkt bij een reguliere werkgever en dertig procent werkt via een private of publieke intermediair.

Beschut werken


Sinds de invoering van de Participatiewet geldt vanaf 2015 voor nieuwe werknemers die beschut werken geen Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en geen cao meer. Zij hebben bij publieke detacheringsorganisaties sobere arbeidsvoorwaarden naar burgerlijk recht. Zo ontbreekt bijvoorbeeld vaak een pensioenregeling.

Intrekken voorstel loondispensatie


Het besluit van het kabinet van vorige week om het voorstel voor loondispensatie in te trekken, leidt niet tot andere onderzoeksresultaten.